• Empirische therapie aanpassen op geleide kweek. Zie overige hoofdstukken.
• Neem voor start van de behandeling 3 sets bloedkweken af, bij voorkeur uit 3 verschillende venapuncties met ieder een half uur tussen de verschillende venapuncties (T=0, T=1/2u, T=1u). Bij een endocarditis lenta is er vaak sprake van een laaggradige bacteriemie en bepaalt het volume ingezet bloed de kans dat een verwekker gevonden wordt. 
• Neem na start van de behandeling iedere 48 uur 2 sets bloedkweken af totdat de kweken negatief zijn. Voor het bepalen van de behandelduur geldt dat dag 1 die dag is waarop de bloedkweken voor het eerst negatief zijn. 
• De behandelduur na een operatie wordt bepaald door de uitslag van de kweek van de hartklep. In geval van een positieve kweek wordt een volledige behandeling gegeven na de operatie. Bij negatieve kweek is de therapieduur na de operatie de voorgeschreven behandelduur minus de behandelduur voorafgaande aan de operatie. 
• Indien een patiënt met een endocarditis van een natieve klep een operatie ondergaat met plaatsing van kunstmateriaal, en de kweken van de klep zijn negatief, dan wordt na de operatie het regime voor endocarditis van een natieve klep aangehouden.
• Als de bloedkweken positief blijven na een klep vervangende operatie bij een patiënt met een natieve klep endocarditis, dan wordt het regime voor een kunstklep aanbevolen.

*Adviezen bij een CIED (Cardiac Implantable Electronic Device) infectie of lead endocarditis:

• Bij een (vermoeden op) geïnfecteerd device behandelen conform antibiotisch regime bij kunstklependocarditis.
• Na het verwijderen van het geïnfecteerde device kan de therapie gede-escaleerd worden naar therapie gericht op het gekweekte micro-organisme in overleg met een internist-infectioloog/arts-microbioloog. Definitieve beleid altijd in overleg met het lokale endocarditis team of A-team.
• De therapieduur is 14 dagen in deze situatie: een geïnfecteerd device met alleen vegetatie op de lead of geen zichtbare vegetatie, waarbij de device volledig verwijderd is EN er negatieve bloedkweken zijn na het verwijderen EN er geen aangedane hartkleppen/-weefsel en/of extra-cardiale strooihaarden zijn.
• De therapieduur is minimaal 4-6 weken intraveneus na de eerste negatieve bloedkweek in deze situaties:
  1. Een geïnfecteerd device, dat compleet verwijderd is met nadien negatieve bloedkweken, maar WEL extra-cardiale foci (geïnfecteerd trombus, osteomyelitis, etc.) EN/OF aangedane hartkleppen/-weefsel.
  2. Een geïnfecteerd device, dat compleet verwijderd is EN positieve bloedkweken na het verwijderen van het device. Therapieduur afhankelijk van het focus.