Fractuur-gerelateerde infectie (FRI) – onbekende verwekker
Adviezen
Prioriteit | Medicatie | Opmerking |
---|---|---|
Prioriteit: 1e keus |
Medicatie: flucloxacilline iv 6g continue per 24 uur |
Opmerking:
Flucloxacilline oplaaddosering 1g i.v. gevolgd door continu infuus 6g/24u i.v. OF flucloxacilline 6dd 1g i.v. |
Prioriteit | Medicatie | Opmerking |
---|---|---|
Prioriteit: 1e keus |
Medicatie: cefazoline iv 4g continue per 24 uur |
Opmerking:
Cefazoline oplaaddosering 1g iv gevolgd door continu infuus 4g/24u iv OF cefazoline 4dd 1g iv |
Bronnen
Antimicrobiële middelen
De volgende antimicrobiele middelen zijn verwerkt in deze adviezen:
Externe referenties
Categorie
Metadata
Swab vid: G-502727.1
Bijgewerkt: 07/23/2025 - 09:45
Status: Published
Algemene opmerkingen
Afkortingen: FRI: fractuur-gerelateerde infectie.
Algemeen:
Materialen voor microbiologische kweek en de wijzen van afname:
Beeldvormend onderzoek bij FRI’s:
Voor het aantonen of uitsluiten van een infectie:
Voor het maken van een chirurgisch plan:
Algemene principes behandeling: altijd i.o.m. arts-microbioloog/internist-infectioloog
Legenda figuur:
FRI = Fractuur-gerelateerde infectie. OSM = osteosynthesemateriaal. AB = antibiotica. # = fractuur.
1. Adequate weke delenbedekking = vitale weke delen die spanningsvrij primair gesloten kunnen worden of door middel van transpositie van weke delen.
2. Het betreft geen schimmels, gisten of enterokokken of andere verwekkers waarvoor langdurig toxische therapie gegeven moet worden.
3. Behandel stafylokokken met rifampicine-combinatietherapie als (1) de stafylokok rifampicine-gevoelig is en (2) als de verwachting is dat het OSM langdurig in situ zal blijven. Bij gramnegatieven bij voorkeur fluorochinolonen indien gevoelig.
4. Er is geen literatuur over 1-stage procedure bij FRI. Hostfactoren (zoals diabetes, reumatoïde artritis, neutropenie of steroidengebruik) en het type micro-organismen (langdurig intraveneuze of toxische therapie geïndiceerd zoals vancomycine) spelen een belangrijke rol in de afweging. Het verdient de voorkeur deze beslissing te nemen in overleg met een regionaal expertisecentrum. Voor keus antibiotica: zie tekst schema 4.
5. Duur suppressieve therapie tenminste 12mnd of tot kort na verwijdering osteosynthese.
6. Het verdient aanbeveling om reimplantatie van osteosynthese indien mogelijk uit te stellen tot 2 weken na staken van de antibiotica, zodat eventueel falen van de voorafgaande behandeling in die periode duidelijk kan worden.